40.000 deelnemers aan de Antwerpse Ten Miles, 57.000 deelnemers aan de marathon van Londen. Het lijkt alsof de jaren tachtig zijn teruggekeerd, toen het loopvirus de Verenigde Staten en vervolgens de hele westerse wereld aanstak. De nieuwe hausse is volgens experts een gevolg van het ongemak, onbehagen en de vertwijfeling die zich tijdens de coronacrisis in de lichamen en geesten installeerden. Wat er ook van zij, Antwerpen en Londen verbeterden vorige zondag alle records.
De koning is dood, leve de koning. De oude heerser, Eliud Kipchoge, oogde in de Britse hoofdstad frisser en kwieker dan afgelopen tijd, maar dat was schijn. Of toch niet helemaal: op zijn veertigste ( sommigen beweren dat hij nog ouder is ) zesde eindigen in de grootste marathon ter wereld, in 2.05.25, is hoogst respectabel.
Troonopvolger is zijn dertigjarige Keniaanse landgenoot Sabastian Sawe. Bijna niemand die dat na de dag van gisteren nog in twijfel trekt. In tweeëntwintig wedstrijden, van 10 kilometers op de weg en enkele veldlopen tot marathons, won hij er zeventien: dat zegt genoeg. In zijn drieëntwintigste wedstrijd liep hij de zwaarste tien kilometer, tussen 30 en 40, in 28.16. Indrukwekkend. Met zijn eindtijd, 2.02.27 bleef hij een kleine halve minuut boven zijn persoonlijke record, dat hij in december in Valencia vestigde. Sawe handhaaft zich uiteraard op de vijfde plaats op de wereldranglijst all-time, achter Kalvin Kiptum ( anderhalf jaar geleden op 24-jarige leeftijd verongelukt ) Kipchoge, Kenenisa Bekele en Sisay Lemma, allemaal Afrikanen.
Ook de Oegandees Jakob Kiplimo, wereldrecordhouder op de halve marathon en marathondebutant, begaf onder het door Sawe ontketende geweld. Hij beschouwde Londen als een test, opereerde voorzichtig en finishte in 2.03.37, waarmee hij derde wordt op de ranglijst van het jaar, achter Sawe en de Ethiopiër Tadese Tekele. Kiplimo wordt de komende tijd wellicht de grootste uitdager van Sawe, met John Korir, een week geleden nog winnaar van de marathon van Boston, misschien als lachende derde.
Opvallend is ook de vierde plaats van de Nederlander Abdi Nageye, na een verbeten spurt met de Keniaan Alexander Mutiso. Beiden kregen dezelfde tijd, 2.04.20, een Nederlands record voor Nageye, een vriend van Bashir Abdi en vorig jaar winnaar in Rotterdam en New York.
Minder goed verging het zijn landgenote Sifan Hassan. De olympische kampioene kwam al vroeg in de problemen en sleepte zich naar de derde plaats, in 2.19.00, op bijna 4 minuten van de winnares, de Ethiopische Tigst Assefa, vice-olympisch kampioene, achter Hassan dus, en gewezen wereldrecordhoudster. Tja, vier maanden van decompressie na Parijs en nog enkele fysieke kwaaltjes laten ook bij een topper als Hassan sporen na.
Wat anders. Zaterdag startte in het Chinese Xiamen het Diamond League-seizoen. Alexander Doom finishte als vijfde op zijn favoriete afstand, de 400 meter, in 44.92. Her en der wordt dat hoopgevend genoemd. ‘Doom is al onder 45 seconden gedoken’, hoorde ik ergens. Ter vergelijking: vorig seizoen startte Doom met achtereenvolgens 44.54 en 44.44. Maar het seizoen is nog lang, misschien ligt Doom wel op schema. Of misschien had hij hoe dan ook deze Chinese trip aan zich voorbij moeten laten gaan.