woensdag, april 16

Straatvoetbal wereldwijd: Franz Beckenbauer (West-Duitsland)

Pinterest LinkedIn Tumblr +
Als je voetbalde, telde je mee. Was je er bovendien goed in, dan gaf dat aanzien. In het kielzog van zijn vier jaar oudere broer liep hij naar het veld, eerst nog schuchter en hij mocht aanvankelijk ook nog niet werkelijk meespelen. Franz was te klein, de anderen veelal drie of vier jaar ouder dan hij en dus moest hij toekijken. Ook de meeste leeftijdsgenoten waren groter dan Franz. Wie foto’s uit zijn jeugd bekeek – van Franz met een groep jongens die voetbalden – viel op dat er altijd een bij was die minstens een halve kop kleiner was dan de rest. Het duurde derhalve even alvorens Franz zich kon mengen tussen de grote jongens. Hij werd geacht, net als de andere jonkies, de bal te halen als die ver weg was getrapt. En dat veelal op blote voeten. Zijn vader had hem ten strengste verboden om met zijn dagelijkse schoenen aan te voetballen. Van speciale voetbalschoenen kon uit financieel oogpunt al helemaal geen sprake zijn. Franz zou het gegeven dat hij in zijn jeugd vaak blootsvoets had moeten spelen, omarmen als de basis voor zijn perfecte techniek. Je leerde toch nauwkeuriger met de bal omgaan dan wanneer je met voetbalschoenen aan speelde. Dat het ook tot gevolg had dat je vaak met bloedende tenen thuiskwam, zag hij als schade die er gewoon bij hoorde.
 
Ze voetbalden met wat maar voorhanden was: soms een plastic bal, andermaal een tennisbal of desnoods een varkensblaas. Ze brachten geld bij elkaar door oude kranten te verzamelen en die aan een oudpapierhandelaar te verkopen, of oud ijzer – tot granaten aan toe die ze vonden en over de straat richting een opkoper rolden, die er dan een paar centen voor overhad. Van de opbrengst kochten de kinderen voor achttien Mark hun eerste leren bal. Elke avond mocht iemand anders hem mee naar huis nemen, op voorwaarde dat hij de bal die avond deugdelijk zou invetten en de volgende dag weer mee zou nemen. Franz ging, toen hij eenmaal een prominent lid van deze groep jongens geworden was en wanneer hem deze taak toebedeeld werd, een stap verder. Hij nam de bal mee naar bed. Het waren de weinige momenten waarop zijn moeder, wanneer ze de vette lakens de volgende ochtend ontwaarde, even wat minder blij met haar jongste zoon was. En toen de bal op een kwade dag door een van de vaders – geen voetballiefhebber waarschijnlijk – aan flarden gestoken was, kreeg diens zoon een pak slaag van een aantal grotere jongens die het incident allerminst konden waarderen.
 
Bekend in de buurt was het BoWaZu-team, een voetbalploeg waar je alleen voor kon uitkomen als je bewoner was van de St. Bonifatius Platz, de Watzmann Strasse of de Zugspitz Strasse.Het maakte niet uit hoeveel kinderen en jongeren er waren, ze pasten de teams waarin gespeeld werd gewoon aan het aantal beschikbare voetballertjes aan. Toen op een dag een oneven aantal zich had gemeld en de jongens al hadden gezien met welk gemak Franz de ballen die hij had opgehaald terugschoot, gingen de vingers in zijn richting: hij mocht meedoen. Hij was vijf jaar en vanaf dat moment onderdeel van het team. Iedereen begreep dat het niet bij één keer meedoen moest blijven. Hij deed het zo fantastisch dat ze hem vanaf dat moment niet meer kwijt wilden. Iedereen zag dat Franz veel beter kon voetballen dan alle anderen. Eigenlijk maakte het nauwelijks uit dat hij veel kleiner was dan zij, veel lichter ook.  Wie het wilde, kon hem met een forse duw tegen de grond werken en hem de bal afhandig maken. Dat zou logisch geweest zijn, maar het gebeurde niet. Franz slalomde overal doorheen, was sneller en behendiger dan wie dan ook. en het leek wel of de bal aan zijn voeten gekleefd zat. Het was vanaf het begin duidelijk. Franz hoefde nooit meer aan de zijlijn te staan om ballen die in de struiken waren beland, terug te schieten. Hij hoorde er nu helemaal bij. Vanaf dat moment werd voetbal eigenlijk alleen nog onderbroken door een instituut waaraan nu eenmaal geen enkel kind ontkwam: school. 
 
Franz was enige tijd misdienaar en lid van de katholieke jeugdbeweging. Hij was de ster van het voetbalteam van de parochie, dat een aantal jaren achter elkaar het Münchener kampioenschap tussen de verschillende parochies won. Franz domineerde zozeer, dat de kerkleiding zelfs enige tijd overwoog om de parochie van de Heilige-Kreuz-Kirche uit te sluiten van deelname. 
 
Op school zagen ze hem altijd met een bal. Hij dribbelde de school in en uit en kon het ding tijdens de lessen maar moeilijk laten liggen. 
 
Met Franz als uitblinker werd de Silberhornschool kampioen in handbal en volleybal, maar in een aangepaste vorm waarbij de bal over hem net gegooid moest worden en de tegenstander hem niet kon vangen. Bij atletiekwedstrijden was hij eveneens een opvallende deelnemer, met zijn snelle sprint en bij het verspringen.
 
Bron: Ruud Doevendans, ‘Becknbauer – Fenomeen tegen elke prijs’, 2025, blz.28-31,, 32, 33
 
Als er een nieuwe bal moest komen, gingen Foppe de Haan en zijn vriendjes met een intekenlijst langs de deuren om geld in te zamelen. Ze begonnen met de hoofdmeester, die meteen tekende voor een gulden. Daarna volgden de slager, de dominee en de dokter. Uiteindelijk hadden de jongens genoeg geld bij elkaar om bij een lederwarenzaak in Gorredijk een echte bal te kopen. Met een potje vet erbij. ‘We kregen de bal om beurten mee naar huis. Dan werd hij in de zon gelegd om te drogen en daarna werd hij ingevet. Man, wat had je dan een verantwoordelijkheid! Het eerste waar we de volgende dag naar keken was of de bal wel goed behandeld was. En anders had je het verknald: je kreeg hem nooit meer mee naar huis!’
Rob Siekmann
Share.

About Author

Regelmatig publiceren we artikels van eenmalige gastschrijvers. Ook zin om een artikeltje te plegen? Neem contact op met info@dewitteduivel.com en bezorg ons jouw tekst.

Leave A Reply