zaterdag, februari 22

Moest de dichter-voetbalcommentator ook zo hard roepen?

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Het ontketende geluidsvolume tijdens sportreportages gaat alsmaar in de hoogte. Als achtergrondgeluid is Sporza Radio niet meer te harden. Als je er de krant of een boek bij leest, zet je onvermijdelijk de radio uit. Het is me nog meer gaan opvallen sinds ik de taalkundige estheet Stefan Hertmans op een lezing hoorde zeggen dat hij zijn tijd niet verdoet aan volwassen mannen die voortdurend zoiets als ‘oh hoo hoow!’ of ‘oe hoe!’ roepen. Voor een niet-sportfanaat moet het inderdaad nog potsierlijker klinken.

Ook op tv gaan de decibels de hoogte in. Peter Vandenbempt, Tom Boudeweel en collega’s kunnen behoorlijk krijsen. Ik denk ook aan het extatische geloei van de vorige VRT-atletiekcommentatoren Marc Willems en Kris Meertens bij elke Belgische topprestatie. Gelukkig zijn David Naert en Eline Berings een stuk nuchterder. Persoonlijk kies ik voor de sobere verslaggeving. Ik koester de atletiekavonden met Yvan Sonck en Roger Moens. Zelf geen rekenwonder, liet ik me bedwelmen door hun gegoochel met tijden en cijfers. Hun commentaar klonk zoals ze eruitzagen: droog en scherp. ‘s Ochtends was het in de tuinstoel genieten van de verslagen van Gilbert Roox in Het Nieuwsblad, die de blingbling op de atletiekpiste en de kleurrijke persoonlijkheden van die exotische lopers fantastisch kon beschrijven. Op tv mag het prozaïscher zijn. Een sportwedstrijd is op zichzelf expressief genoeg. Je kunt ze bijkleuren met een welgemikte verbale penseelstreek en een gedoseerd laagje duiding. Maar het zijn de sporters die moeten schitteren, niet de commentators.

Zou het kunnen dat het volume de taalarmoede moet verbergen? Ik kan me niet herinneren dat Jan Wauters zijn volzinnen uitschreeuwde. Hier was de beschouwende taalkunstenaar-filosoof-sportkenner aan het woord. Ik ben heel benieuwd hoe een van zijn voorgangers het deed. In de biografie van Hugo Claus, die zelf blijkbaar ook wel eens voetbalmatch bijwoonde, lees ik over Remigius Corneel (Remy C.) Van de Kerckhove. Deze behendige aanvaller in het eerste elftal van RC Mechelen was ook een bevlogen experimenteel dichter. Hij debuteerde in 1939 met ‘Nachtelijke Razzia’. In 1949 richtte hij het avant-garde tijdschrift ‘Tijd en Mens’ op, waarin ook de jonge Hugo Claus publiceerde. Vanaf 1953 was Van de Kerckhove voetbalverslaggever bij het NIR, de voorloper van de BRT. Omdat hij dit niet kon combineren met zijn leidinggevende functie bij de wereldtentoonstelling Expo 58 in Brussel, liet hij zich vervangen door een oud-teamgenoot. Dit was het begin van de televisieloopbaan van… Rik De Saedeleer. In totaal speelde Van de Kerckhove voor RC Mechelen 106 competitiewedstrijden en scoorde 52 doelpunten. Hij kwam op 36-jarige leeftijd om bij een verkeersongeval. Zouden er in het VRT-archief nog geluidsopnamen bestaan van deze dichter-sportcommentator? Gewoon om te checken of die ook zo hard moest roepen.

Bart Lamers

Share.

About Author

Leave A Reply