‘Ons aanpassen aan het Engelse voetbal was erg moeilijk. Op een groep van 23 voetballers speelden er 20 “British”! Dat is geen kritiek: dat was toen gewoon de voetbalcultuur. Hoe vlugger je de bal binnen de rechthoek bracht, hoe meer kans je had om te scoren. Onze spelfilosofie stond daar diametraal tegenover: wij wilden de bal vasthouden, een maximaal aantal situaties van duel creëren en zo dan ook doelkansen.
Dat contrast was voor ons drie een enorme uitdaging. En dat begon van bij de aftrap! Onze ploegmaats trapten meteen een lange bal om in het kamp van de tegenstander een goed contact te vinden. Ze wilden meteen beginnen met een spel van terreinwinst. De invloed van het rugby was er nog heel zichtbaar in. Die sport heeft het voetbal het meest beïnvloed: terrein veroveren, vechten voor de bal, contact maken, de woede…
Het Spaanse voetbal is eerder beïnvloed door basketbal: het spel willen controleren. Als je de bal hebt, wil je die vooral niet verliezen en ga je op zoek naar numeriek overwicht in bepaalde zones.
Wat ik algauw begreep en wat me opviel is dat Engelsen noch Spanjaarden gelijk of ongelijk hebben. Het staat iedereen vrij te spelen in de stijl die hem het meest bevalt.’
Bron: Benoît Delhauteur, ‘Roberto Martínez – De bondscoach over zichzelf, anderen over de bondscoach’, 2022, blz. 31
Roberto Martínez voetbalde in Engeland met twee andere Spanjaarden, Isidro Díaz en Jesús Seba, voor Wigan, toen een club in de Engelse vierde klasse.
Rob Siekmann