zaterdag, oktober 5

Van Lev Yashin tot Marcus Rashford – Helden & antihelden van het EK 1960-2021 – deel 9: Peter Schmeichel

Pinterest LinkedIn Tumblr +

In de voorbije halve eeuw werden zestien Europese Kampioenschappen georganiseerd. Het begon met Frankrijk 1960 en eindigde met Europa 2021.

Telkens stonden spelers op die het toernooi naar hun hand zetten, een onvergetelijke indruk nalieten of op beslissende momenten faalden. Ze gingen als helden of antihelden de geschiedenis in. Lees op De Witte Duivel een serie in zestien afleveringen:
Van Lev Yashin tot Marcus Rashford, helden en antihelden van het EK 1960-2021.

Aflevering 9: EK 1992 ZWEDEN

PETER SCHMEICHEL – JAZZY KEEPER MET IMPROVISATIELIJNEN

Finale: Denemarken – Duitsland 2-0, Ullevi Stadion Göteborg, 26 juni 1992

Het ‘Deense dynamiet’ ontplofte op het juiste ogenblik. En werd volwassen. Onder de benaming Danish Dynamite bracht de nationale voetbalploeg van Denemarken de publieke opinie in de jaren tachtig vaak in vervoering. Telkens eindigde het sprookje ‘wrang’, want men worstelde met een keepersprobleem. In 1992 lag de Deense selectie al te puffen aan het strand, toen de UEFA ingreep en Joegoslavië, als land in burgeroorlog, uitsloot van deelname. De outsider verraste de favorieten Frankrijk, Nederland en Duitsland en pakte onverwacht goud. Met dank aan … zijn doelman.

Peter Schmeichel. De zoon van een Poolse vader en een Deense moeder. Vader Tolek was jazzpianist. In het karakter van de zoon stak het eigenzinnige en opvliegende van de jazz. Hij explodeerde, eiste ruimte voor zichzelf op in zowel de kleedkamer als op het veld, kafferde teamgenoten, tegenstanders en scheidsrechters uit en protesteerde fel als iets hem niet zinde.

Hij was als kind vastbesloten om als topspits te slagen, maar zijn eerste coach dropte hem meteen in doel. Dat leidde tot zijn eerste woede-uitbarsting op het veld. Hij overwon slechts moeizaam zijn aversie voor het keepen en koos tijdelijk voor de Deense volkssport nummer één: handbal. Deze ervaring zal hem later zijn techniek bij het uitgooien helpen voltooien. Hij wierp met gemak de bal tot aan de middencirkel. Hij koos voor het onbekende Brøndby IF dat door zijn toedoen de macht van de andere, traditierijkere clubs uit Kopenhagen ondergroef: vier landstitels tussen 1987 en 1991. En Europese headlines! In de halve finale van de UEFA Cup viel het doek pas in de laatste minuut over de Deense aspiraties: 0-0 in Brøndby, 2-1 bij AS Roma.

Met de nationale ploeg kon hij zich niet plaatsen voor het EK 1992 in Zweden, maar de Joegoslavische burgeroorlog gunde Denemarken een achterpoortje. De spelers werden van hun vakantiezetel geplukt en zonder voorbereiding gooiden ze zichzelf in het toernooi. Tot verrassing van zichzelf haalden ze de finale. Onder zijn commando stelde Denemarken zich volledig in op favoriet en wereldkampioen Duitsland. Hij plukte of bokste alle voorzetten voor de neus van Klinsmann en Riedle weg en stond pal bij alle pogingen van de Mannschaft. Zijn zelfbewustzijn sloeg over op het hele elftal. De bookmakers verloren over de hele lijn. Niemand gaf voor de aanvang een cent voor de Deense kansen: 2-0 en Europees kampioen.

Intussen noemde men hem ‘Peter The Great’ in Engeland. Nadat hij Manchester United mee aan de top bracht met landstitels en bekerzeges. Hij maakte zijn punt in het strafschopgebied met zijn typerende kreet: ‘Away, here I come!’ Als hij brullend aanstormde, meden de meeste spitsen het directe contact met zijn 1,93 meter en net geen honderd kilogram. Gedurende acht seizoenen zag ‘Schmeikey’ de prijzen tot vijftien aanwassen! Met als klap op de vuurpijl de Champions League in 1999: 2-1 tegen Bayern. Met hem als verantwoordelijke voor de wonderbaarlijke ommekeer van United. Met cruciale tussenkomsten hield hij zijn elftal in de race na een vroege 1-0-achterstand. In de  90e minuut terroriseerde hij het luchtruim van concurrent Oliver Kahn bij de hoekschop van David Beckham. Uit de door hem gezaaide verwarring werd de gelijkmaker geboren. Eén minuut later lukte Solskjaer de 2-1. Schmeichel bleef deze keer veiligheidshalve in het eigen doelgebied en trakteerde de Unitedfans op enkele acrobatische omwentelingen.

Hij zwoegde als een perfectionist en zweeg tegelijk voor niemand. De Duitse pers typeerde hem na de finale als een ‘angstaanjagende bundel energie’. Hij beschouwde de penaltyzone als zijn persoonlijke eigendom en stelde zich soms teweer als een onbesuisde Rambo. Daarmee overschreed hij de grens van het welvoeglijke. Zijn scheldpartijen waren soms een intimidatie te ver. Het hoorde bij zijn show. Tegelijk beschikte hij over stalen zenuwen en hij belette zelfs de sierlijkste spitsen als Marco van Basten en Dennis Bergkamp het scoren vanaf de strafschopstip in de halve finale van het EK 1992 en van de FA Cup 1999.

De muziekmicrobe erfde hij van zijn vader. Hij speelde op piano en gitaar nummers van Eric Clapton, Phil Collins en Mozart en leefde zijn driften uit op een drumstel. In 2000 kozen internationale statistici hem op de derde plaats in de lijst ‘Keeper van de Eeuw’: na Lev Yashin en Gordon Banks. Het publiek riep hem, via een enquête in 2001, uit tot ‘all-time-number-one’. Hij was ‘Mister Clean Sheet’ in de Premier League en recordhouder inzake aantal wedstrijden zonder tegendoelpunt. Bij zijn afscheid in Kopenhagen – 129e interland in 2001, waarin hij meer dan vijftig keer de nul hield – stonden de Denen ovationeel op de banken van Idrætsparken. De zoon van de jazzmuzikant bleef trouw aan de improvisatielijnen van zijn vader. Peter Schmeichel.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply