woensdag, november 20

Luis Suarez (2 mei 1935-9 juli 2023), Le Chef-d’oeuvre du football moderne: Ballon d’Or bij Barça (1961), Europacup met Internazionale (1964, 1965) en EK met Spanje (1964)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

 

 

Luis Suarez overleed op de leeftijd van 88 jaar. Hij won de Ballon d’Or dankzij zijn prestaties met FC Barcelona in 1961, veroverde Europa met Internazionale in 1964 en 1965 en won met Spanje het EK 1964 in eigen land.

Toch voelde hij zich in de lente van 1964 aanvankelijk als een banneling in eigen land. Als balvaste sterkhouder was hij vaak de kwelduivel geweest van het machtige Real Madrid. Spanje struikelde over hem als hij zich op 1 juni 1961 – de dag na de voor FC Barcelona zo pijnlijk verloren finale tegen Benfica Lissabon (3-2) in de Europa Cup der Landskampioenen – engageerde voor Internazionale Milaan. Recordbedrag van 250.000 lire. ‘Luisito’ werd een ‘landverrader’ en een ‘geldwolf’ genoemd.

Hij leerde het leven kennen in Galicië. Zijn ouders waren middenstanders met een eigen beenhouwerij. Hij debuteerde in de Spaanse Liga met Deportiva La Coruna op 6 december 1953 in en tegen FC Barcelona met een klinkende 6-1 nederlaag. De dirigenten van Barça zagen in de snelle en technisch kundige linkerspits desondanks een alternatief voor hun falende voorhoede en ze boden Suarez zes maanden later een langdurig contract aan. Zijn eerste coach verplichtte de frêle Luisito tot bokslessen in een zaaltje achter de vestiaires van het stadion. Het tekende zijn karakter en ambitie dat hij na enkele sessies de punchbal in de kast stopte. Hij zocht zijn eigen weg in de grootstad, maar leed aan vlagen van weemoed als hij aan het familieleven in zijn landelijke geboortestreek dacht.

Suarez was geen dissident van het woord, hij voerde oppositie vanuit het hart én met de benen. De betekenis van Barça in het franquistische Spanje werd hem snel duidelijk. De stad Barcelona stond bekend om zijn vrije geest en traditie van opstandigheid en vocht sinds eeuwen een bittere strijd uit met het puriteinse Madrid. Voetbal werd bij FC Barcelona, sinds de oprichting van de club in 1899, beschouwd als een onderdeel van de Catalaanse cultuur. Zo meldde het naslagwerk ‘Barça, Centenari d’Emotions 1899-1999’. Men keek tegen de voetballer aan als een ambachtelijke kunstenaar, een man die magie maakte met zijn voeten. Die magie was ruimschoots aanwezig in de herfst van 1960. Dan voerde Suarez zijn, naar eigen zeggen in de Franse sportkrant L’Equipe, fraaiste staaltje op. Met op het programma Real Madrid – FC Barcelona, een drama in twee bedrijven als onderdeel van de achtste finale van de Europa Cup der Landskampioenen. Real was titelhouder, vijf keer op een rij zelfs tussen 1956 en 1960, en de witte falanx van Franco schreef ook de eerste Wereldbeker voor Clubs met kalligrafische letters in zijn gulden boek: 5-1 tegen Penarol Montevideo, twee maanden voor de thriller met de aartsrivaal. De Koninklijke van Alfredo di Stefano rook de zege in het eigen Estadio Bernabeu tot drie minuten voor tijd de dappere scheidsrechter de bal op de stip legde…in het voordeel van Barça: Suarez toonde zijn stalen zenuwen en joeg de 2-2 binnen, tevens zijn tweede van de avond. Spanje stond in rep en roer wanneer vijftien dagen later het mirakel van Camp Nou zich voltrok: 2-1 in Barcelona en Real Madrid voor de eerste keer sinds het ontstaan van de ‘Beker met de Grote Oren’ uitgeschakeld. Luisito’s naam klonk plots als een klok op de internationale scène. Verwondering en verheerlijking overstelpten hem vanuit alle hoeken van Europa en in de winter viel een prestigieuze uitnodiging voor Parijs in de bus: le Ballon d’Or of de Gouden Bal, die de beste voetballer van het Europese continent de hemel in prees. Bij de blaugrana pakte hij, onder de flamboyante trainer Helenio Herrera, tussen 1958 en 1960 vier prijzen: twee landstitels en twee Europabekers voor Jaarbeurssteden.

In 1957, op zijn 22 ste, overtuigde hij de bondscoach voor een eerste selectie. Het klikte wonderwel met de bijna tien jaar oudere Alfredo di Stefano, zijn frère ennemi bij Real. Nederland kreeg een stevig pak voor de broek: 5-1. Di Stefano erkende het immense talent van Suarez en doopte hem tot ‘de architect’. In 1960 streelde het duo Di Stefano-Suarez zeer ingenieus de bal en deelde het Italië een zware opdoffer uit: 3-1. De eerste Spaanse zege over de Squadra in dertig jaar. De relatie met de selectiecommissie zat vol hobbels en stekels. Suarez stak slechts af en toe de neus aan het venster en werd mede met de vinger gewezen na het slappe Spaanse optreden op het WK van 1962 in Chili. In Italië snoerde hij met zijn eerste optreden voor Inter Milaan alle monden: 6-0 tegen Atalanta Bergamo en een uiteindelijke score van elf doelpunten in 27 wedstrijden. Hij herenigde zich met coach Herrera en vormde in het catenacciomodel van de blauwzwarte formatie de verbindingslijn tussen de viriele verdedigingsgordel rond Facchetti en Burgnich en de artistieke aanvallers Mazzola en Jair. De trofeeënkast van Internazionale puilde uit tussen 1963 en 1966: twee scudetto’s, twee Europa Cups voor Landskampioenen, twee Wereldbekers voor Clubs. Suarez stak goed in zijn vel en L’Equipe spaarde de loftuitingen niet: le chef-d’oeuvre du football moderne.

Hij beantwoordde de smeekbedes van bondscoach Villalonga en gaf toch zijn woord voor het Europees Landenkampioenschap in eigen land. Ondanks het feit dat hij fel werd gecontesteerd in Madrid, zeker nadat zijn Inter Real met 3-1 versloeg in de finale van de Europa Cup der Landskampioenen. Hij zat niet in de selectie tijdens de voorronde tegen Roemenië, Noord-Ierland en Ierland. En arriveerde uiteindelijk slechts enkele uren voor het begin van de halve finale tegen Hongarije.  Villalonga beloonde hem voor het vertrouwen en promoveerde hem prompt tot draaischijf van het elftal. Als ‘binnenlinks’ in een aanvallende 3-2-5 formatie voelde Suarez zich als een vis in het water.  Spanje versloeg Hongarije met 2-1 en trok het goud naar zich toe na een zege met dezelfde cijfers tegen de Sovjet-Unie. De liefdesvlam ontstak hevig, maar beperkte zich tot de zomer van 1964. Tijdens de World Cup 1966 in Engeland was het weer spitsroeden geblazen als Spanje na de eerste ronde de koffers mocht pakken. Suarez en de Seleccio, het bleek geen gelukkig huwelijk. Getuige zijn laatste interland tegen Griekeland (0-0) in 1972. De teller stond veelzeggend op 32, over een periode van vijftien jaar! In 1970 wuifde het publiek in Meazzastadion van Milaan hem wèl geëmotioneerd uit. De ‘hertog’ droeg 329 keer het Interistashirt. In 1980 keerde hij – na enkele mislukte Italiaanse trainersepisodes – terug naar zijn geboorteland. Hij trad toe tot de staf van de Spaanse voetbalbond. Hij coachte de beloften in 1986 naar de Europese titel. Van 1988 tot 1991 werd hij min of meer in ere hersteld. Hij stond 27 matchen aan het hoofd van het nationale team, dat hij naar de achtste finale van de Mondiale 1990 in Italië stuurde. Na een intermezzo op de bank van Internazionale vond hij in 1995 zijn ware roeping: talentscout voor zijn geliefde club onder het voorzitterschap van zijn vriend Facchetti. Hij bleef zijn hele leven een vreemde eend in de Spaanse bijt.

Maar de beste van Europa, dat was hij dus geweest in 1961. Ballon d’Or met Barça. Le Chef-d’oeuvre du football moderne, Luis Suarez.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply