3SERIE: 111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920
111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling door het voetballandschap van de voorbije eeuw. In aflevering zes volgen we Stanley Matthews (1 februari 1915 – 23 februari 2000). The Wizard of Dribble, tot zijn vijftigste levensjaar! Veel leesgenot – Raf Willems.
Stanley Matthews. 14 mei 1938, Olympisch Stadion Berlijn, Duitsland – Engeland, 110.000 toeschouwers. Een politiek beladen duel, Europa staat aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Dribbelen tegen Hitler, Goebbels & co uit afkeer
Stanley Matthews vertelt in zijn dagboek: ‘Vlak voor de aftrap zei onze afgevaardigde dat de Britse ambassadeur in Berlijn had besloten dat wij tijdens het spelen van het Duitse volkslied de nazigroet moesten brengen. Om de massa gunstig te stemmen, want één vonkje was genoeg om Europa in vuur en vlam te zetten. Wij voelden ons vol afkeer, maar voerden de orders uit. Ik zag hoe de Goebbels, Göring en Hess genoten. Onze enige gedachte was toen: deze wedstrijd winnen.’ Matthews puurde die dag het mooiste uit een carrière van ruim zevenhonderd duels. Met zijn onnavolgbare schijnbewegingen dumpte hij de Duitse defensie. Engeland bezorgde Duitsland een vernedering zonder weerga: 3-6. Het goodwilloffensief van de Britse diplomatie klapte in elkaar.
Stanley Matthews versierde de bijnaam ‘Wizard of Dribble’, tovenaar van de dribbelkunst. Hij leefde in Hanley, een voorstad van Stoke-on-Trent. Stoke was het hart van de Engelse pottenbakkersstreek. De grauwe steenovens baarden de kleurrijkste keramiek en de rauwste realiteit. De bakkerijen van de rijke steenbaronnen stonden bekend als oorden van kindermisbruik en sociale verwaarlozing. De sport stippelde voor Stanley een schonere toekomst uit. Hij had een intense relatie met zijn vader.
Kind van een boksende kapper
Een kapper, die in zijn salon de populariteit uitbuitte die hij in zijn jonge jaren als onstuimige bokskampioen had vergaard. Matthews Junior kreeg zijn eerste puberteitscrisis op zijn dertiende. Hij stortte ineen na maandenlange discussies met zijn vader, die hem moest en zou inwijden in de geheimen van ‘the noble art of boxing’. Zoonlief had er geen oren naar en staarde zich blind op het door pa geminachte voetbal. Een profloopbaan was zijn levensdroom. Vader Matthews begreep zijn zoon uiteindelijk en sindsdien bekwaamde Stanley zich nog verwoeder op het ouderlijke binnenplaatsje in de meest tureluurse dribbeltrucs.
Over de grond voetbal
Op zijn vijftiende verjaardag stond hij bedeesd voor Victoria Grounds, het stadion van Stoke City FC, met stichtingsjaar 1863 een van de oudste clubs ter wereld. Meteen ontving hij zijn eerste voetbalwijsheid, herinnert hij zich in The Stanley Matthews Story: ‘Als je man voorbij bent, maakt die jacht op je zonder bal aan de voet.’ De volgende dagen oefende hij als een bezetene snelle sprints, zodat hij van dan af zowel uit stand als op snelheid kon dribbelen. Op zijn zeventiende brak hij door in het eerste elftal van Stoke City en twee later, op 29 september 1934 in en tegen Wales, debuteerde hij voor Engeland, met een doelpunt. Dankzij Stanley Matthews liep het publiek warm voor het middelmatige Stoke City. De internationale roem volgde met de interlands. Onder zijn invloed kwam het Engelse elftal voor het eerst met zeer verzorgd ‘over-de-grond’ voetbal voor de dag.
Meesterlijke Matthewsdribbels
Wellicht was Matthews’ Engeland in die tijd het sterkste team ter wereld, zonder dat het de kans kreeg dat te bewijzen. De Engelse bond beschouwde immers voetballen op Wembley als de hoogste voetbaleer en deed denigrerend over de eerste wereldbekers in 1930, 1934 en 1938. Wereldkampioen Italië, Tsjecho-Slowakije (zilver in 1934), Hongarije (zilver in 1938) en het Oostenrijkse Wunderteam van Matthias Sindelar verloren onder de Twin Towers. De vier sterkste teams van weleer bleken niet bestand tegen de dodelijke Matthewsdribbels.
Matthewscup met Blackpool in 1953, zijn enige overwinning
Net na de Tweede Wereldoorlog verhuisde hij naar Blackpool, de populaire kustplaats aan de Ierse Zee, waar hij ook een hotel had gekocht. In 1948 kreeg hij de titel ‘Engelse voetballer van het Jaar’, net als in 1963, toen voor zijn indrukwekkende staat van dienst. In 1953 won hij, na twintig jaar profvoetbal, zijn enige teamtrofee op het hoogste niveau. Die finale om de FA Cup kreeg meteen zijn naam: de Matthews Final. Blackpool versloeg Bolton Wanderers met 4-3, nadat het twintig minuten voor tijd nog met 1-3 in het krijt stond. Met drie dolle dribbels stuurde hij spits Stan Mortensen de legende in. Na de match keerde hij alleen terug naar het veld en droeg de overwinning op aan zijn inmiddels overleden vader: ‘Een zonnestraal priemde door het wolkengordijn’, schreef hij in zijn boek.
Hij kreeg in 1955 de eerste ‘Ballon d’Or’-onderscheiding en in 1957, het jaar van zijn 54ste en laatste interland, mocht hij zichzelf ‘Commander of British Empire’ noemen. Hij stopte met topvoetbal op zijn vijftigste verjaardag in 1965, na ruim zevenhonderd wedstrijden, 71 doelpunten en ontelbare assists. De dribbelaar had zijn droom verwezenlijkt. De tijdgeest ging volledig aan hem voorbij. In de ‘golden sixties’ bleef hij de immer correcte jongen van de jaren dertig. Het boegbeeld van de essentie van het voetbal: fair play, samenspel en superieure dribbelkunst. Waarmee hij zich in 1938 keerde tegen het nazisme. Stanley Matthews.