De Bosuil. Geen stadion in België kent meer combinatie van cult en mythe. Op 1 november 2023 viert de Antwerpvoetbal de honderdste verjaardag. Wie herinnert zich nog dat er tussen 1923 en 1988 liefst veertig officiële en twee officieuze interlands werden gespeeld? Waaronder 35 Derby’s der Lage Landen. Met tussendoor ook de halve finale van het EK 1972 tegen West-Duitsland voor een record van 60.000 toeschouwers. Voetbalschrijver Raf Willems brengt deze ‘vergeten geschiedenis van Rode & Witte Duivels in de Hel van Deurne’ opnieuw tot leven in tien afleveringen. Aflevering 2, de ‘officieuze interland’ tegen ‘Uruguay’ in 1925.
België – Uruguay 2-1, 31 mei 1925: 35.000 toeschouwers
Dit is de merkwaardigste interland van België geweest. De Rode Duivels versloegen in een uitpuilend Bosuilstadion het elftal van Club Nacional de Montevideo, dat eigenlijk Uruguay vertegenwoordigde en zich op 9 juni 1924 in Parijs tot Olympisch Kampioen het gekroond. De Celestes werden beschouwd als beste nationale voetbalploeg ter wereld: ze versloegen op de Spelen achtereenvolgens Joegoslavië, de Verenigde Staten, Frankrijk, Nederland en Zwitserland. Met een totaalscore van twintig tegen twee. De hemelsblauwen dansten op het veld. Ze brachten een revolutionair voetbal van korte, creatieve passes met flitsende ritmewisselingen. De Europese pers doopte Uruguay tot ‘vernieuwer van het voetbal’. En de roem en lof golden voor de spelverdeler José Leandro Andrade. De eerste wereldvedette van het voetbal werd ‘le merveille noir’ genoemd vanwege zijn zwarte huidskleur. Hij ontbrak in Antwerpen omdat hij na de Spelen bleef hangen in Parijs. Zijn romance met Lily Reverdy, de bekendste danseres van Le Moulin Rouge, prikkelde de verbeelding van het publiek via de sensatiepers. In Uruguay scheurde een concurrerende federatie zich af van de bestaande voetbalbond, zodat de nationale ploeg zich tijdens haar Europese demonstratietournee na de Spelen als ‘Nacional de Montevideo’ presenteerde. Dat belette niet dat de Uruguayaanse balkunstenaars Nasazzi, Arispe, Scarone, Borjas en Cea de tegenstanders met hun beperkingen confronteerden.
De Rode Duivels zetten een memorabele week neer. Ze versloegen op 21 mei in Boedapest Hongarije met 1-3 en hielden drie dagen later in Lausanne Zwitserland – de nummer twee van de Spelen én de nummer één van Europa – op 0-0. De match tegen Uruguay was nog om een andere reden bijzonder: Raymond Braine, de vedette van….Beerschot, tekende zijn eerste doelpunt aan voor België, op amper achttienjarige leeftijd. Hij riep de situatie opnieuw voor de geest in zijn Gedenkschriften van Duizend en één Match uit 1949: ‘Penalty! Dat donderde uit de massa over het veld. Geen speler bewoog. Een kort droog gebaar van aanvoerder Swartenbroeks duidde mij aan. Plots was er een eindeloze zee van stilte over het stadion. “De kleine Braine” ruiste het door het volk. Ongeduldig vroeg de snijdende geste van de scheidsrechter een derde maal: “Gaat daar vandaag nog wat van komen, of is het voor morgen?” Ik zet aan, nijp mijn beide ogen dicht, shot…een fractie van een seconde die minuten schijnt te rekken. “Goal!” weerkaatste het als een hemels gejubel door het stadion. Ik trok de ogen open. Ik had mijn eerste internationaal doelpunt aangetekend. Hoe juist, heb ik nooit geweten.’
De vermaarde Scarone sloeg toe in de 37 ste minuut en pleitte tijdens de pauze om de ‘partijdige’ Nederlandse scheidsrechter van Zwieteren te vervangen. Het dreigement van de Belgische voorzitter Seeldrayers om hem in dat geval niet te betalen, deed het protest verstommen. De jonge Braine bleef wedijveren met Uruguay en zetten na vijfenvijftig minuten twee tegenstanders in de wind: ‘Ik zie Maurice Gillis van Standard ongedekt in het midden opgesteld, ik center gepast in de hoogte en pang!’
België kroop van dan af voor het eigen doel, maar Pierre Braine – de oudere broer van Raymond – neutraliseerde Scarone. Het publiek eerde de Rode Duivels alsof ze zelf wereldkampioen waren geworden. Het verhaal gaat dat Scarone zichzelf niet meer kon bedwingen en in een handgemeen verwikkeld geraakte met de scheidsrechter. Koning Albert I stuurde nadien een brief met felicitaties naar de Voetbalbond. En Raymond Braine meldde in zijn Gedenkschriften hoe de pers schreef ‘dat België de wereldkampioenen had geklopt’. In een wedstrijd die officieel dus niet werd opgenomen in de statistieken.