zaterdag, april 20

Jan Ceulemans vandaag 65

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Jan Ceulemans, ‘Sterke Jan’ van Brugge, de Kazze of  Caje van Lier wordt vandaag 65. Hij groeide op aan het Sionsplein, naast de Nete en aan de rand van de binnenstad. Zijn ouders baatten het café Basket uit. Op het plein lag een basketbalveldje. Jan begon daar in de jaren zestig als…talentvolle basketter. Zou hij het gemaakt hebben bij BUS Lier, landskampioen in de vroege jaren zeventig? Hij werd alleszins geselecteerd voor de nationale jeugdteams. In de vakantie speelden de kinderen van ’s ochtends tot ’s avonds basket en voetbal rond het plein. Hij hakte op aandringen van zijn vader rond zijn twaalfde de knoop door in het voordeel van het voetbal. Omdat zijn grootvader een café had met de naam ‘Caselo’ werd die ‘Kazze’ genoemd. Dat ging verder van vader op zoon en in Lier noemde iedereen Jan zodra hij in het eerste elftal kwam ook ‘Kazze’ of ‘Caje’.

Het was Gust Baeten, destijds aanvoerder van het kampioenelftal van Lierse SK in 1960, die hem ‘ontdekte’ als coach van de Uefa’s. Dat was in die tijd de benaming voor de beste ‘beloften’ van de eerste en tweedeklasseclubs. Die speelden een nationale competitie in twee reeksen en de winnaars betwistten elkaar de landstitel in een heen- en terugwedstrijd. Lierse SK nam het in 1974 op tegen Club Brugge. Jan Ceulemans speelde tegen Lei Clijsters. Na een 3-1 nederlaag in Brugge, werd het 3-1 in Lier. Club won met strafschoppen, maar ‘Kazze’ was de man van de match. Hij toonde toen voor het eerst zijn ‘loopacties-met-techniek’ over de beide flanken. Het was toen ‘alle-hens-aan-dek’ aan het Lisperstadion want Lierse eindigde op een degradatieplaats en diende een eindronde te spelen om zich te redden. Dat gebeurde en Ceulemans maakte op zijn zeventiende zijn eerste beurt.

In de zomer van 1974 haalde Lierse de Nederlandse ‘vernieuwer’ Hans Croon binnen. Die had met SV Waregem de promotie van tweede naar eerste afgedwongen en vervolgens de Beker van België gewonnen. Croon voetbalde volgens de principes van de ‘Hollandse School’: aanvallend en de bal deed het werk. Hij erkende het talent van ‘Caje’ en zette hem in de helft van de wedstrijden op de linkervleugel in een vaste combinatie met de Nederlandse aanwinsten Hans Posthumus, centrumspits, en Oeki Hoekema, rechtsbuiten. Lierse verwierf een sterke thuisreputatie en in 1976, met de nieuwe trainer Janos Bedl. Die achtte Ceulemans klaar voor het grote werk en de doelpunten volgden. Door een meniscusblessure miste hij de finale van de Beker van België in 1976, maar in de Europacup tegen Hajduk Split maakte hij de enige treffer. In 1977-78 vormde hij een vrijwel onhoudbare combinatie met de nog jongere Erwin Vandenbergh. Lierse SK scoorde 70 doelpunten en eindigde net achter de ‘grote drie’ Club Brugge, Anderlecht en Standard op de vierde plaats met 47 punten en liefst 21 overwinningen. Hij speelde zich zo vaak in de kijker dat bondscoach Guy Thys hem in maart 1977 voor het eerst opriep voor de interland tegen Nederland. In 1978 werd hij ‘de man van negen miljoen’. Dat was destijds een enorm bedrag (om en bij de 225.000 euro). Club Brugge oordeelde dat het geld goed was besteed. Begrijpelijk want hij deed Club bijzonder veel pijn met twee doelpunten in een 3-1 zege op enkele wedstrijden van het einde. Dat kostte de blauw-zwarten bijna de landstitel.

In Brugge viel het aanvankelijk niet mee. ‘De Club’ had net haar absolute hoogtepunt achter de rug met drie opeenvolgende landstitels, één beker en twee Europese finales. In mei 1978 werd van Liverpool verloren op Wembley in de finale van de Europacup der Landskampioenen.

De verwachten stonden hooggespannen. Zowel Ceulemans als Club vielen door de mand. Na ruzies met het bestuur stapte coach Ernst Happel zelf op. Club eindigde slechts zesde, verloor de bekerfinale tegen Beerschot en haalde zelfs geen Europees voetbal. Jan Ceulemans scoorde 23 keer in 44 duels, waarvan 13 in de Belgische competitie. Geen slecht gemiddelde en toch overheerste de onzekerheid. Caje kampte met heimwee, vertoefde op vrije momenten meer in Lier dan in Brugge. Hij stelde zichzelf ook de vraag of hij voldoende kwaliteiten bezat. Het seizoen 1979-’80 veranderde zijn leven. Zowel bij Club Brugge als bij de Rode Duivels werd hij de voortrekker én belangrijkste speler van het elftal.

De nieuwe coach Han Grijzenhout gaf hem als nieuwe aanvalsleider de vrijheid. Hij bouwde zijn elftal volledig in functie van de ‘spits’ Ceulemans. Die toonde zich ongrijpbaar met liefst 29 doelpunten. Waaronder twee in de 3-0 zege tegen Anderlecht. En bij het eerste dribbelde hij zelfs spelers én doelman Nico de Bree. In de terugronde won Club het kampioenschap op het veld van de aartsrivaal.

In de herfst van 1979 deed de terugkeer van Wilfried Van Moer wonderen bij de nationale ploeg en met drie zeges tegen Schotland (2-0), Portugal (2-0) en opnieuw Schotland (1-3) kwalificeerde België zich onverwacht voor EK 1980 in Italië. België won compleet onverwacht ‘de groep des doods’. En Ceulemans was de gangmaker vanaf de eerste wedstrijd: nadat ‘Europees Voetballer van het Jaar’ Kevin Keegan de Engelsen – favoriet voor de eindzege – op voorsprong trapte, stelde hij binnen de vijf minuten gelijk. Tegen Spanje gaf hij het elftal de drive om te winnen en tegen gastland Italië knokte hij mee tot de laatste seconde om de ‘draw’ te pakken waarmee de Rode Duivels de finale haalden tegen West-Duitsland. Ze verloren in de laatste minuut en tegen de gang van het spel in, zo oordeelde ook Ceulemans zelf: ‘Mijn gevoel blijft tot vandaag zeggen dat we onverdiend de boot zijn ingegaan. Bondscoach Guy Thys had zijn elftal opgebouwd rond vaste waarden: Jean-Marie Pfaff, Walter Meeuws, Eric Gerets, René Vandereycken, François Van der Elst, Erwin Vandenbergh, ikzelf…en hij zorgde voor een uitstekende sfeer, waarin we voor elkaar door het vuur gingen. Hij was de meester van het relativeren en hij geloofde in zijn vaste kern. Bovendien verstond hij ons als we opkwamen voor onze financiële eisen en liet hij ook geintjes toe. Zo spraken we na de openingsmatch tegen Engeland af om ons niet meer te scheren, mochten we de finale halen. Wilfried Van Moer, die terugkeerde naar de nationale ploeg op zijn 34 ste, was onze echte leider. Van hem heb ik heel veel geleerd. En nogmaals: halen we de verlengingen, dan winnen we echt wel de finale.’

De naam van Ceulemans verscheen toen op de internationale radar. Vooral AC Milan drong bijzonder sterk aan op een transfer. Die leek er ook te komen, tot bleek dat Jan liever in Brugge bleef. En een contract tekende voor zeven seizoenen. Dat werden helaas geen zeven vette jaren. Voor het landskampioenschap van 1980 teerde Club nog op de kern van de Happeljaren met onder meer Jensen, Leekens, Bastijns, Volders, Maes, Courant, Vandereycken en Sörensen. Ceulemans zorgde hier voor de ‘verfrissing’ van het team, samen met Walter Meeuws. Daarna viel het fundament uit elkaar wegens oudersdomverschijnselen. De opbouw van een nieuw elftal flopte en in 1982 kon Club zich slechts op het nippertje redden tijdens de allerlaatste speeldag. In de zomer van 1982 vestigde ‘Sterke Jan’ definitief zijn reputatie. Deze keer op het wereldpodium. België trok de lijn van het succes door en won de kwalificatieronde voor Frankrijk, Nederland en Ierland. En kreeg het voorrecht om in de openingsmatch van de Mundial 1982 in Spanje uittredend wereldkampioen Argentinië partij te geven. Jan Ceulemans: ‘De ogen van de wereld waren op ons gericht. Vooral door de eerste wereldbekerwedstrijd van het fenomeen Diego Maradona. De kracht van onze groep hielp om hem in bedwang te houden. Met een zoneverdediging waarin elke speler in zijn dichtste omgeving hem trachtte op te vangen. We wisten dat pure mandekking niet zou helpen. We hielden hem in de tang en Erwin Vandenbergh scoorde op de counter de 1-0. België versloeg de wereldkampioen. Zonder het incident tussen Pfaff en Gerets tegen Hongarije – ze botsten in volle ren tegen elkaar en raakten geblesseerd voor de volgende match – geloof ik rotsvast dat we kans maakten om in de tweede ronde Polen en de Sovjet-Unie achter ons te laten.’

Het liep helemaal anders én uit de hand: hattrick Boniek voor Polen (3-0) en over en out. Ceulemans veroverde wel de harten door zijn ‘historische’ ren over meer dan zestig meter, waaruit België het noodzakelijke punt puurde tegen Hongarije. Zoals hij het zelf noemt: ‘Een Ceulemans-inspanning, met vallen en opstaan en weer doorgaan. Een kwartier voor tijd, niet evident want ik had  al veel gegeven. Van Moer speelde me de bal toe in de buurt van onze eigen backlijn en ik zag de ruimte op rechts. Eens ik weg was, werden mijn stappen groter en groter. Ik liep door tot aan de backlijn, waar ik nog een tegenstander tegenkwam. Door de inspanning speelde ik de bal te ver van de voet, maar met een tackle kon ik hem toch weer veroveren. En Czernia trapte hem binnen. Op dat moment gaf dat een waanzinnig goed gevoel.’

Bij Club Brugge startte de strenge nieuwe Duits-Nederlandse coach Georg Kessler. Hij bracht orde in de chaos en kneedde een nieuw elftal dat opnieuw de subtop haalde met vijfde en derde plaatsen en een verloren bekerfinale tegen SK Beveren in 1983. De Rode Duivels werden steeds stabieler en kwalificeerden zich probleemloos in een sterke poule voor DDR, Schotland en Zwitserland. Deze generatie was op weg naar de piek, toen het omkoopschandaal rond Standard roet in het eten gooide en net voor het EK 1984 in Frankrijk onder meer Gerets en Meeuws uit het elftal bande.  Ceulemans betreurde de gang van zaken: ‘In 1984 kenden we onze sterkste periode. Gerets was onze aanvoerder, een echte leidersfiguur die de anderen over de streep trok. Meeuws beheerste tot in de puntjes het typisch Belgische buitenspelsysteem. Het is mijn overtuiging dat we met ons beste elftal opnieuw tot in de finale hadden kunnen doordringen. Al zou het sterke Frankrijk van Michel Platini ons wellicht de weg naar goud versperd hebben.’

In de zomer van 1984 tekende Henk Houwaart zijn contract als opvolger van de autoritaire en bijna adellijke ‘Sir Georg’.  De vrolijke tijden dienden zich aan.  Vrijheid op en naast het veld. Doelpunten! Om en bij de 450 in alle competities opgeteld in vijf seizoenen: kampioen in 1988, vicekampioen in 1986 na testmatch om de titel, derde in 1985; bekerwinnaar in 1986; halve finalist Uefa Cup 1988 na drie mirakelzeges tegen Zenit Leningrad (5-0), Rode Ster Belgrado (4-0) en Borussia Dortmund (5-0). Uitgeschakeld in de laatste seconde van de halve finale tegen Espanyol Barcelona, zonder de geblesseerde Jan Ceulemans. De blauwzwarte bende bulderde door België voor dansende fans en spelers die zich ook als kroegtijgers gedroegen. ‘Mijn mooiste tijd. Henk Houwaart mengde zich ook onder de spelers en we aanvaardden dat van hem. Tegelijk deed hij wedstrijden kantelen met tactische ingrepen.’ Het was de tijd van ‘aaanvallleeeuh’.

En met de Rode Duivels floreerde hij op de Mundial 1986 in Mexico. Tegen de Sovjet-Unie legde België haar grootste prestatie van de twintigste eeuw op de mat: 4-3 na verlengingen. Jan Ceulemans omschreef de USSR als beste elftal van de wereld: ‘Het eerste uur hield Jean-Marie ons in de match. Tegen de gang van het spel sleepten we een 2-2 uit de brand en tijdens de pauze na negentig minuten beseften Gerets en ik: we pakken ze in de verlengingen. We waren de leiders, ondanks ons tegenstrijdige persoonlijkheden. Op Maradona kregen we in de halve finale geen controle, maar wat als bij 0-0 de ren van Danny Veyt niet zou zijn afgeremd?’

In 1990 won Ceulemans met coach Georges Leekens zijn laatste landstitel. In die zomer ontplofte hij opnieuw op de Mondiale van Italië. Met volgens hem het beste Rode Duivelselftal waarin hij ooit had gespeeld. In de achtste finale tegen Engeland stierf zijn knal uit op de bal en lepelde Platt in de laatste seconde de bal in het doel over de verbouwereerde Michel Preud’homme. Een jaar later nam hij ‘afscheid in de regen’ tegen diezelfde Preud’homme. In de bekerfinale van 1991 trapte hij in de laatste minuut met een penalty de 3-1 op het bord. Kracht én techniek, samengebald in een sterk lichaam. Drie Gouden Schoenen en toch een trekkebenende aftocht door die verdomde knie.

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply